Sociale vaardigheidstraining Tim en Flapoor 6 t/m 9 jaar

Sociale vaardigheidstraining Tim en Flapoor

 

Doelgroep

Inclusiecriteria:

Voor het kind:

  • Kinderen in de leeftijd van 6 tot en met 9 jaar.
  • Kinderen met sociale vaardigheidstekorten uitend in: geen of wisselende vriendschappen, wordt geplaagd, weinig weerbaarheid, regelmatig ruzie/vechten, laag zelfbeeld, weinig zelfvertrouwen, omgaan met vooral jongere of oudere kinderen, weinig initiatief nemen in sociaal contact, sociaal isolement, slecht of niet luisteren, slecht dingen eigen kunnen maken, bravouregedrag, onverschilligheid en/of egocentrisme.
  • Kinderen met een (ontwikkelings)stoornis (ADHD, ASS, angst- of stemmingsstoornis, hechtingsproblematiek) en/of een sociaal-emotionele ontwikkelingsachterstand.
  • Kinderen die redelijkerwijs kunnen functioneren in een groep en gezag kunnen accepteren.
  • Kinderen met een IQ boven de 80. Het kind moet in staat zijn in enige mate te kunnen reflecteren op zijn eigen gedachten en gedrag.

 

Voor de ouders:

  • Ze hebben een redelijke mate van kennis van de problematiek van hun kind.
  • Er is reeds een acceptatieproces hiervan in gang gezet.
  • Ze zijn bereid en hebben de mogelijkheid om thuis intensief te oefenen
  • Ze zijn bereid en hebben de mogelijkheid deel te nemen aan de ouderbijeenkomsten.
  • Ze kunnen een pedagogische benadering hanteren die past bij kinderen met deze problematiek.

 

Contra-indicaties:

  • Er is sprake van dermate ernstige gezinsproblematiek dat het kind en de ouders te weinig mogelijkheid hebben om te oefenen met de vaardigheden uit de training. Te denken valt aan relatieproblemen van ouders, huisvestigingsproblemen of ernstige psychiatrische problematiek bij (één van) de ouders.
  • Het kind is zo agressief dat het niet in een groep kan functioneren (komt overigens zelden voor) In dat geval kan er gekozen worden voor een individueel behandelingstraject.
  • Er is sprake van te weinig motivatie bij de ouders of het kind.

Doel

Het doel van de training is het probleemoplossend vermogen van de kinderen te vergroten via het oefenen in concrete sociale situaties (binnen en buiten de groep) en het aanleren van sociale vaardigheden, waardoor ze meer grip op hun eigen situatie kunnen krijgen en hun zelfvertrouwen en zelfwaardering kan groeien. Tijdens de training wordt het gedrag aangeleerd door modeling. De sociale vaardigheid wordt voorgedaan door de trainers. Daarna gaan de kinderen zelf oefenen met de vaardigheden. Het is belangrijk dat het kind zoveel mogelijk bekrachtiging krijgt van de trainers, ouders en leerkrachten. Er wordt gewerkt met een beloningskaart en hulpspeelgoed om te oefenen.

Werkwijze/inhoud

In de training spelen de vier hoofdcomponenten van Goldstein een centrale rol: modeling, gedragsoefening, bekrachtiging en transfertraining. Elke bijeenkomst is gelijk van opbouw ter bevordering van de voorspelbaarheid en herhaling voor kinderen.

 

Opbouw 12 bijeenkomsten:

  1. Kennismaking & Thema ‘Elkaar aankijken’
  2. Thema ‘Om de beurt praten’
  3. Thema ‘Ik stel een vraag’
  4. Thema ‘Het antwoord is nee
  5. Thema ‘Ik wil iets anders spelen dan jij’
  6. Thema ‘Spelregels zijn spelregels’
  7. Thema ‘Ik zeg nee
  8. Thema ‘Sorry, dat ging per ongeluk’
  9. Thema ‘Daar baal ik van’
  10. Thema ‘Mag ik meedoen?’
  11. Thema ‘Ik mag niet meedoen’
  12. Thema ‘Ik word gepest’ & Afsluiting

 

Alvorens de training zal plaatsvinden wordt er met ouders een gesprek ingepland om de inhoud, de praktische informatie van de training te bespreken. Daarnaast zal er tussentijds en op na afloop van de training een voortgangs- en evaluatiebijeenkomst plaatsvinden met ouders.

 

 

 

Praktisch

  • Aantal groepsbijeenkomsten: 12 groepssessies
  • Aantal ouderbijeenkomsten: 2 oudersessies
  • Frequentie: 1 keer per twee weken
  • Duur van bijeenkomst: 60-75 minuten
  • Aantal deelnemers: 6 kinderen (ideale groepsgrootte)
  • Aantal trainers: 2 therapeuten en een vaste invaller
  • De groep kan naar verwachting 1 of 2 keer per jaar draaien.

 

De ruimte waar de training wordt gegeven is prikkelarm. De kinderen en de trainers hebben een vaste plaats en er zijn duidelijke groepsregels.