Dyscalculie

Wat is dyscalculie?

Dyscalculie is een rekenstoornis die dikwijls samengaat met nog een aantal andere beperkingen, zoals ruimtelijk inzicht, klokkijken, slechter geheugen, spellingsproblemen, gebrek aan inzicht.

Er zijn aanwijzingen dat het een aangeboren erfelijke stoornis is, met een neurologische achtergrond. 
Er is pas sprake van dyscalculie als er een discrepantie bestaat tussen rekenprestaties en prestaties op andere leergebieden.

Oorzaken van dyscalculie

De geleerden zijn er nog niet uit wat nu precies de oorzaken van dyscalculie zijn. Er wordt op verschillende plaatsen onderzoek naar gedaan. De volgende factoren kunnen een rol spelen.

Sommige factoren moeten worden uitgesloten bij de beoordeling of het wel of geen dyscalculie betreft en heeft betrekking op zowel kinderen als volwassenen:

1) de intelligentie. 
Uitgesloten wordt of het eventueel om een zeer laag IQ kan gaan (<70). 
Het is wel zo dat mensen met een normaal of zelfs een hoog IQ net zo goed dyscalculie kunnen hebben.

2) Leerproblemen

  • De manier van denken. Hoe maakt men zich de stof, de basisbegrippen eigen?
  • De basisstof kan niet geautomatiseerd worden.
  • (De basisvaardigheden van optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen)

Heeft men (ook) dyslexie waardoor het lezen op zich al een probleem is?

  • Herkent men de getalsymbolen? Is er een verband tussen het zien van het cijfer 5 en het daarbij behorende aantal?
  • Hoe zit het met het begrip van de tekens, zoals +, – , =? 

3) het onderwijs 

  • Is de rekenmethode goed?
  • Instructie probleem: moet de leerkracht meer uitleg geven?

4) het korte termijn geheugen. 
Als dit geheugen verminderd of gestoord is, is het moeilijk om berekeningen te onthouden en tot een goed resultaat te komen.

5) aangeboren- of erfelijke aandoeningen. 
Er zijn aanwijzingen hiervoor, maar dit is nog niet echt concreet.

6) combinatie van deze factoren.

adhd-brains

Kenmerken

De volgende kenmerken kun je vaak terugvinden bij kinderen en volwassenen met dyscalculie:

  • Problemen met tellen (cijferreeksen) 
  • Problemen bij het begrijpen van de basis van de rekenkunde, zoals: breuken, waarde van de getallen, verbanden tussen getallen.
  • Problemen met inzicht: hoofdrekenen en schatten.
  • Problemen met volgorden: recepten lezen, klokkijken.
  • Problemen met ruimtelijke oriëntatie en ruimtelijk inzicht: links-rechts oriëntatie, problemen met het lezen of onthouden van cijferreeksen, lezen en interpreteren van kaarten, tabellen en afmetingen. Problemen met teamsporten op een groot veld (hockey, voetbal).

 

  • Problemen met het interpreteren van codes, patronen (muzieknoten), steno en talen.